8

Vroege opsporing

In 2032 zijn de nadelen en drempels voor deelname aan vroege opsporing van kanker verminderd

Dit doel richt zich op vroege opsporing via bevolkingsonderzoeken. Deze worden in Nederland systematisch aangeboden voor borst-, baarmoederhals- en darmkanker. Zelfonderzoek is ook een vorm van vroege opsporing. Toekomstige ontwikkelingen en innovaties binnen vroege opsporing – zoals mogelijkheden om kanker op te sporen in bloed of urine – kunnen aanleiding geven om de huidige vorm van bevolkingsonderzoek aan te passen.

Hoe is de situatie nu?

  • De opkomst bij de bevolkingsonderzoeken in 2022 was 68% bij darmkanker en 71% bij borstkanker. Bij baarmoederhalskanker loopt de opkomst op van 46% na een jaar tot zo’n 65% na vijf jaar. Het totaal aantal mensen dat deelneemt aan bevolkingsonderzoeken daalt jaarlijks licht
  • Deelname aan bevolkingsonderzoek naar kanker is lager bij groepen met een lage sociaaleconomische status
  • Deelname aan de bevolkingsonderzoeken darmkanker en borstkanker ligt in Nederland boven het Europees gemiddelde. Deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker ligt onder het Europees gemiddelde
  • Van alle mensen die in 2022 deelnamen aan bevolkingsonderzoeken werd bij 1,2% (een voorstadium van) darmkanker ontdekt, bij 0,8% borstkanker en 1,1% een (voorstadium van) baarmoederhalskanker
  • Bevolkingsonderzoeken hebben als doel om kanker te voorkomen of vroegtijdig op te sporen. Voor darmkanker geldt dat het aantal nieuwe diagnoses sinds 2016 jaarlijks afneemt en vaker in een gunstiger stadium wordt ontdekt (vooral tussen 55-75 jaar).
  • Bij baarmoederhalskanker neemt het aantal nieuwe diagnoses sinds 2015 – net voor invoering van primaire HPV-screening – toe. Ondanks de stijging, neemt het aantal sterfgevallen af
  • Bij borstkanker is de kans op sterfte ongeveer de helft lager als iemand heeft deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek

Wat willen we veranderen?

De bevolkingsonderzoeken naar kanker zijn van hoog niveau en toonaangevend in Europa en daarbuiten. Maar wat goed is, kan nog beter. Het gaat hierbij om deelname, nadelen bij uitvoering en doorlooptijd van onderzoek en innovatie.

• De deelname aan de bevolkingsonderzoeken is dalende. Niet-deelnemen is op zich niet problematisch, als daar een goed geïnformeerde keuze aan vooraf is gegaan. Bekend is dat niet alle doelgroepen even goed worden bereikt. Zo is deelname bijvoorbeeld lager bij mensen in de lagere inkomensgroepen en mensen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond. Om de doelgroep beter te bereiken is het belangrijk om bestaande drempels voor deelname zoveel mogelijk weg te nemen.
• Het uitvoeren van bevolkingsonderzoek gaat ook gepaard met nadelen. Voorbeelden hiervan zijn mentale en/of fysieke belasting van deelnemers.

Bijvoorbeeld door de gebruikte testmethode, onterecht positieve en -negatieve testuitslagen of overdiagnose en -behandeling waarbij kanker wordt gevonden die niet zou hebben geleid tot klachten. Ook dragen bevolkingsonderzoeken bij aan belasting van het zorgsysteem en het milieu. Door nadelen van deelname aan vroege opsporing te verminderen, wordt de belasting op mens, zorgsysteem en milieu waar mogelijk voorkomen.
• Nederland heeft op het gebied van vroege opsporing van kanker een goede positie in Europa. Om deze positie in de toekomst te behouden, is aandacht nodig voor de snelheid waarmee de waarde van nieuwe en innovatieve methoden en technieken wordt beoordeeld en geïmplementeerd. Ook de aansluiting van het bevolkingsonderzoek op vervolgonderzoek na een positieve test vraagt aandacht.

Aanpak voor vroege opsporing

Wat gebeurt er nu al?

Wat gebeurt er nu al?

Mis je hier nog iets?

Samen maken we het overzichtelijk. Hierboven is een eerste overzicht voor dit doel. Mis (of ben) je een stakeholder die meewerkt/heeft meegewerkt, we horen het graag. Ook als je aanvullingen hebt op bestaande initiatieven die betrekking hebben op dit doel. Wij verwerken periodiek de input die we ontvangen.

Ga naar het formulier