Wat heeft Nederland aan Europa?
Als het gaat om de aanpak van kanker, is samenwerking over de landsgrenzen essentieel. Veel van onze uitdagingen zijn immers hetzelfde. Oplossingen hoeven we echt niet altijd zelf te bedenken: in Noorwegen, Portugal of Polen liggen misschien al ideeën klaar die we kunnen toepassen. Niet om klakkeloos te kopiëren, maar eerder om slim aan te passen – copy, adapt, paste. Zo komen we samen sneller vooruit.

Daarom zijn overal in Europa zogeheten National Cancer Mission Hubs (NCMHs) in opkomst: knooppunten waar nationale inspanningen worden verbonden met Europese doelen. Nederland heeft sinds kort ook zo’n hub, in de vorm van de NKC hub.
Wat is ECHoS?
ECHoS is het Europese Horizon programma dat landen ondersteunt bij het opzetten van een eigen kankermissiehub én bij aansluiting op de bredere Europese missie. Die EU Mission on Cancer heeft een helder doel: vóór 2030 het leven verbeteren van minstens 3 miljoen mensen met en na kanker. Daarbij gaat het niet alleen om behandeling, maar ook om preventie, kwaliteit van leven en samenwerking over grenzen heen. Dit in aansluiting op het Europe’s Beating Cancer Plan (EBCP). In deel 1 van deze reeks over Europa legden we uit hoe de EU mission on Cancer en het EBCP zich tot elkaar verhouden.
- Lees hier deel 1 – over de EU Mission on Cancer en het EBCP
- Lees hier meer over ECHoS: The Project – ECHoS – Cancer Missions Hubs
Hubs als schakelpunt en hefboom
National Cancer Mission Hubs – elk anders ingericht, maar gebouwd op een gedeelde ambitie: de impact van kanker verkleinen. ECHoS ondersteunt dat proces én bouwt aan een netwerk tussen hubs in verschillende landen. Nederland is inmiddels één van de vijf officieel erkende ‘starting hubs’, samen met Griekenland, Malta, Bulgarije en Polen. Zo ontstaat een pan-Europees ecosysteem waarin kennis, middelen en best practices sneller de grens over gaan. Die samenwerking reikt verder dan zorg en onderzoek. Ook thema’s als maatschappelijke betrokkenheid, digitale gezondheid en vermindering van gezondheidsverschillen spelen een rol. Dit vraagt denk- en doelkracht op álle niveaus – Europees, nationaal, regionaal én lokaal – en van uiteenlopende spelers. Overheid, zorg, wetenschap, bedrijven, patiënten én burgers.
Leren over de grenzen
Zo’n internationaal netwerk krijgt pas echt betekenis als je face-to-face ervaringen gaat uitwisselen. In juni mocht de NKC hub samen met de initiatiefnemers IKNL, NFK en KWF een Europese kennisuitwisseling hosten met vertegenwoordigers uit zeven landen: Portugal, Roemenië, Zweden, Noorwegen, Finland, Oostenrijk en België. Twee dagen lang werkten we samen, dachten we met elkaar mee en verkenden we hoe we als landen en als hubs kunnen versnellen.
De uitwisseling startte met een tour de table, waarin ieder land zijn uitdagingen, successen en werkwijze deelde. Daarna volgden presentaties over de Nederlandse aanpak: de ontwikkeling van de Nederlandse Kankeragenda, het belang van data (zoals de Kanker Impact Barometer en de Nederlands Kankeratlas) en de kracht van het patiëntpanel Doneer Je Ervaring. De tweede dag stond in het teken van een bezoek aan het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie: een krachtige illustratie van de waarde van verbinding: tussen onderzoek & zorg, tussen behandeling en late gevolgen.
Wat viel op?
Hoewel de systemen per land verschillen, zijn de uitdagingen vaak hetzelfde. Vrijwel ieder land kampt met versnippering: veel organisaties, initiatieven en beleid zonder vanzelfsprekende samenhang. Hoe zorg je voor structurele financiering? Hoe houd je de energie vast, zeker als het om een tijdelijk project gaat? En hoe bouw je vertrouwen, als er geen formeel mandaat is – alleen een gedeelde ambitie? Toch werd die gedeelde worsteling juist als kracht ervaren. Zoals een van de deelnemers het zei: “We’re all trying to move forward with limited resources and no blueprint. It helps to know others are facing the same issues – and that we can learn from each other.”
Copy, adapt, paste
Juist omdat de situatie overal nét anders is, was de rode draad niet ‘kopiëren’, maar copy, adapt, paste. Ieder land moet z’n eigen koers varen, maar kan daarbij wel slim gebruikmaken van ervaringen uit andere landen. Zo inspireerde Portugal met de inzet van position papers om beleidsmakers en zorgpartijen op één lijn te krijgen. Roemenië liet zien hoe je met publiekscampagnes burgers betrekt. Finland liet zien hoe een netwerk van regionale centra kan uitgroeien tot een nationaal kankercentrum. En Noorwegen koos voor een open call om versnellingsteams rondom doelen van hun kankerplan samen te stellen. België gaf inkijk in hun gestructureerde werkwijze: Sciensano, onder de vleugels van de minister, weet met thematische werkgroepen nationale en Europese doelen te verbinden. En Zweden liet zien hoe je met een innovatief ecosysteem en gedeelde visie meerdere organisaties kunt laten samenwerken aan één missie.
De kracht van de Nederlandse aanpak
Ook onze eigen aanpak bleef niet onopgemerkt. In de deep dive over de Nederlandse Kankeragenda werd duidelijk hoe we in korte tijd van losse ambities naar een breed gedragen plan zijn gegaan – met meer dan 140 partners die samen 20 doelen nastreven. De versnellingsteams – kleine teams van experts die zich tijdelijk buigen over één doel – trokken daarbij veel aandacht, net als het neutrale karakter van de hub. De Noorse delegatie raakte er bij een eerdere bijeenkomst zelfs zo door geïnspireerd dat hun minister van volksgezondheid de aanpak ook wil gebruiken als model voor andere grote maatschappelijke thema’s.
Bij het Prinses Máxima Centrum werd duidelijk hoe kwaliteit van leven – ook ná behandeling – structureel ingebed kan worden in zorg, onderzoek en onderwijs. Van persoonlijke follow-up tot psychosociale ondersteuning en de LATER-poli: late gevolgen is daar geen bijzaak, maar een integraal onderdeel van de missie.
Samen leren, samen verder
Wat we vooral meenemen van samen puzzelen aan dezelfde opgaven? Dat inhoud de verbindende factor is. Of je nu bottom-up werkt of vanuit de overheid, of je al een formele hub bent of nog niet. Als je het hebt over preventie, kwaliteit van leven, innovatieve zorg – of vooral de patiënt – dan vindt iedereen elkaar. De meerwaarde van Europa zit in het blijven leren: van elkaar, met elkaar. Ieder in een andere context, maar met een gedeelde drijfveer: de impact van kanker verminderen. Daar ligt de echte kracht.